dinsdag 20 januari 2009

Moral Clarity / morele helderheid

Er is een boek uit van Susan Neiman (een filosofe van wie ik nog nooit hoorde), Moral Clarity, waarin verschillende interessante dingen in moeten staan - dat leid ik alleszins af uit een interview met haar in De Standaard der Letteren.

De tweede keer dat ik het interview las ervoer ik dat ik het niet eens was met de wijze waarop ze begrippen invulde (idealisme, realisme, relativisme, waarheid, tolerantie). Maar discussies over woorden zijn in feite niet interessant: begrippen zijn slechts labels, werkdefinities, en op het einde van een discussie over woorden blijkt gewoonlijk dat iedereen hetzelfde bedoelde (en de discussie, die niet ten gronde is gevoerd, is dan gewoonlijk voorbij omdat iedereen het intussen beu is). Daarom geen verdere bespreking van de begrippen.

De bottom line: red het idealisme.

Neiman verbindt realisme met relativisme. Links is volgens haar vastgereden in ironie en zelfkritiek waardoor het verlamd is geraakt en de oude idealen niet meer worden gekoesterd. Links pleit nu voor realisme. Links is nu inderdaad de 'verstandige beleidspartij', alleen wie donkerrood is die is nog idealist en dat is verkeerd (zie De Bruyn contra Gennez); dat is vandaag 'heimwee naar travaillisme'. Links heeft de werkelijkheid (lees: het neoliberalisme) aanvaard, het is realistisch geworden. Intussen kan rechts aan de slag met de oude idealen: vrije meningsuiting, mensenrechten, gelijkheid, rechtvaardigheid, redelijkheid en rationalisme, gezond verstand.

Het begrip 'idealisme' is vooral besmet geraakt door het communisme en de val van de Muur in 1989. Maar ook de nazi's waren idealisten. Hoe vermijd je de revolutionaire excessen? Naar mijn gevoel heeft Popper het belangrijkste daarover al gezegd in The Open Society and Its Enemies: door peacemeal engineering in plaats van utopian engineering. Hervormers mogen geen blauwdruk klaar hebben liggen van een ideale samenleving: ze moeten stap voor stap probleem per probleem rationeel analyseren en aanpakken.

Popper ging in de filosofie op zoek naar de gevaarlijke ideeën (van Plato over Marx naar het communisme en over Hegel naar het fascisme). Neiman doet nu het omgekeerde, ze gaat in de filosofie op zoek naar een basis om idealisme op te bouwen. Ze vindt vooral steun bij de Verlichting. Wat ik zo fijn vind is dat ze eens in durft te gaan tegen de kritiek op de verlichtingsfilosofen (vooral dat die te extreem en te radicaal waren en de mens niet snapten). Neiman sterkt me in het idee dat de verlichtingsfilosofen zeer wijs en genuanceerd waren en dat we ze gewoon maar weer eens moeten lezen. De verlichtingsdenkers zijn altijd actueel.

Ze zegt ook iets interessants over fundamentalisme. Dat beantwoordt niet, zoals vaak wordt gezegd, aan de zoektocht naar eenvoudige verklaringen. Het is wel een antwoord op het gebrek aan een 'robuust waardenstelsel' in het Westen. "Mensen bekeren zich niet uit gemakzucht tot het fundamentalisme. Wel omdat ze een vorm en een kader missen voor hun idealisme." Links kan, op basis van de Verlichting, zo'n waardenstelsel ontwikkelen. "Het fundamentalisme leert ons dat je iets grondigs mist in je leven als je geen idealisme koestert, als je het actieve leven niet nastreeft, het leven met en dankzij idealen, als je de opoffering voor idealen niet kent. Zij zien het leven als een moreel geleid proces van zelfverbetering en van betrokkenheid bij een gemeenschap. Dat is ook voor ons inspirerend.'

Ze vist ook oude waarden op: eerbied en respect en goed en kwaad. Op dat spoor zat ik ook, via het personalisme. Het gaat over hetzelfde. Ik zal het later verder uitwerken. Herwaardering van de waarden. Engagement. Het doet me denken aan ridders en kastelen.



1 opmerking:

  1. Zeer goed beste vriend, links holt rechts wat na en lonkt jaloers naar een Dedecker die met waarden afkomt waarop links enkel met cynisme antwoord. Optimisme kost moed hé, maar is hun verdomde plicht.

    BeantwoordenVerwijderen